Sophia Bustin
Schrijft over kunst. Maakt kunst.

Artikelen 2022 - 2024


------------------


Tip van de week
Open zoektocht in Museum Cobra

Museumtijdschrift / Tip van de week / Open zoektocht in Museum Cobra
27 augustus 2024
Zodra je de trap oploopt sta je oog in oog met intieme portretten en momentopnames van gewone mensen. Ze zijn onderdeel van twee bijzondere exposities in Museum Cobra. Voor het eerst is in Nederland een solotentoonstelling te zien van de van origine Franse fotograaf Pierre Fatumbi Verger (1902-1996), ‘The one that I am not’. In dezelfde ruimte toont het museum het retrospectief ‘I challenge you to love me’ van de in Zuid-Amerika geboren fotograaf Diana Blok (1952).

Openheid en een langdurig zoeken, dat zijn de overkoepelende thema’s van de fotografen. Zowel Verger als Blok zijn reizende fotografen, waarbij ze een onbevooroordeelde blik werpen op de ander. Maar waar Blok haar foto’s ensceneert, maakt Pierre Verger 50 jaar eerder spontane foto’s van de mensen die hij ontmoet.
Een intieme ervaring is de video-installatie in het zaaldeel van Diana Blok, vertoond op meerdere schermen en afgezonderd van de rest van de werken. In Gender Monologues vertellen verschillende acteurs een verhaal terwijl ze een rol spelen als het andere geslacht. Als een van de acteurs spreekt is de rest stil, maar ze blijven je aankijken en bewegen alsof ze daadwerkelijk in de ruimte zijn. Die aanwezigheid is ongemakkelijk, terwijl de gespeelde ‘genderwisseling’ vanzelfsprekend overkomt.

In de andere helft van de zaal gewijd aan het werk van Pierre Verger valt een Malinese man op. Zijn houding is krachtig, zelfverzekerd, leunend op één been speurt hij de horizon af. De man op Sem título (Mali) is in kikvorsperspectief gefotografeerd, een houding en manier van fotograferen die zeker in de jaren dertig werd gehanteerd om de superioriteit van witte mannen aan te geven. Verger bekeek niet alleen, hij nam ook actief deel aan de gemeenschappen die hij ontmoette. Dit komt duidelijk naar voren in zijn foto’s, bijvoorbeeld in Pierre Verger (center) uit 1952, een foto waarbij hij in Nigeria in het midden van de groep mensen zit.
Beide kunstenaars laten in hun werk zien hoe bijzonder mensen zijn in hun alledaagse bestaan. Hierin vullen de twee exposities elkaar mooi aan.


Scheppende kunst in Singer Laren
Lees verder
Museumtijdschrift / Tip van de week / Scheppende kunst in Singer Laren
1 oktober 2024

Zeven zalen met zeven verschillende thema’s proberen het menselijke bestaan te omvatten. De tentoonstelling ‘My world’ in museum Singer Laren, samengesteld door gastcurator Hans den Hartog Jager, toont topstukken uit de hedendaagse kunst. Werken van internationaal bekende kunstenaars zoals Yayoi Kusama (1929) en Anselm Kiefer (1945) worden afgewisseld met die van minder bekende kunstenaars. Alle kunstwerken zijn afkomstig uit privécollecties. Met zijn selectie laat Den Hartog Jager zien hoe kunstenaars werelden tot leven proberen te brengen. Zo roept bijvoorbeeld de Tsjechische kunstenaar Vojtěch Kovařík (1993) met het huilende mensfiguur, dat met één hand zijn gezicht bedekt, een herkenbare belevingswereld van verdriet en schaamte op.

------------------------------------------------------------------------------

De ontkieming van een ruimte

Kunst
Tekst Sophia Bustin
23 augustus 2024

Hoewel de aandacht voor de oorlog in Oekraïne, die al twee jaar woedt, lijkt af te zwakken, blijft kunstenaar Rob Voerman (1966) onverminderd betrokken. Sophia Bustin vraagt zich af wat geëngageerde kunstenaars precies doen en betekenen voor de maatschappij en gaat daarom bij hem langs. In zijn studio vertelt Voerman over het prille plan voor zijn project in Oekraïne en over de afgelopen reis ernaartoe.

Omringd door maquettes van desolate plekken, wanden vol gereedschap en een ets van Constant Nieuwenhuys, ben ik geraakt door zijn betrokkenheid. De kwetsbaarheid waarmee hij dit onderwerp benadert, laat mij zien dat hij diep begaan is met de mensen in Oekraïne. In deze ruimte neemt het project langzaam vorm aan, als een krachtige getuigenis van het conflict en haar invloed op mens en samenleving.
Voerman vertelt over zijn voornemen om een performatieve installatie te bouwen in de ruïnes van Izyum, een stad die zwaar is getroffen door de oorlog. Samen met een Oekraïense documentairemaker, die nog niet is aangesteld, wil hij het proces vastleggen. Het unieke aan het project is dat de lokale bevolking zelf de inhoud van de installatie zal bepalen, waardoor het uiteindelijk kan fungeren als een klein 'historisch museum' - een plek om de verhalen van de inwoners te vertellen.

Weer thuis groeit mijn nieuwgierigheid. Een mailwisseling volgt. Ik stel Rob Voerman vier vragen.

Hoe zie jij je rol in het project?
Vaak sta je als kunstenaar niet echt op de voorgrond, dus om zo gefilmd te worden is nieuw voor mij. Ik ben binnen dit project de initiator en wil de mensen in Izyum de gelegenheid geven om hun verhaal te vertellen. Ik zie mijn rol als dienend. De documentairemaker zou ik veel vrijheid willen geven qua scenario en beeld. Ik sta helemaal aan het begin van dit plan en heb zelf nog geen ervaring in het maken van een film of documentaire en zal dan ook nauw met de filmmaker samenwerken. Veel zal ik nog moeten uitzoeken. Ik moet ervaren wat bij me past en waar ik me prettig bij voel.

Waarom voel je je geroepen om deze rol op je te nemen?
Tijdens mijn reis ben ik erg geraakt door de verhalen van de mensen in Izyum. Ze gaven mij het gevoel dat ik welkom was en ik merkte dat ze heel graag wilden vertellen over hun ervaringen. Ik ben altijd geëngageerd geweest en ben geïnteresseerd in wat kunst en cultuur kan betekenen, ook in situaties van crisis. Ruïnes zijn een terugkerend verschijnsel in mijn kunst als ruimtes waar ik mijn werk in én doorheen bouw. Als een leeg blad waar weer een nieuwe wereld in kan groeien.

Rob Voerman lijkt in zijn werk een spoor na te laten van architecturale verwondering. Wat eerst een lege, haast verlaten plek lijkt, krijgt in het werk van Voerman betekenis als sociale ruimte. Een ruimte waar mensen ontmoeten en waar gebouwd kan worden. Dit doet denken aan een andere Nederlandse kunstenaar, een van zijn inspiratoren, namelijk Constant Nieuwenhuys. Waar Constant in de vorige eeuw speelplekken voorzag voor de mens die zichzelf moet terugvinden in een alsmaar toenemende technologische wereld, geeft Voerman bestaansruimte aan de mens die zichzelf moet herpakken in een wereld waar die ruimte is afgepakt door kapitaal en de destructieve mens.

Voerman’s engagement, en het herpakken van ruimte, is terug te zien in zijn projecten als The Exchange in Sonsbeek, waar hij nepbankbiljetten ontwierp die letterlijke ruimtes in de natuur van in Celebes Indonesië representeerden. Door het verkopen van deze ‘nieuw ontworpen’ biljetten heeft Voerman en zijn team echt geld opgehaald voor een natuurbeschermingsproject op het eiland Celebes in Indonesië. Het project maakt inzichtelijk hoe kapitaal en natuurdestructie samenhangen. Wie het geld heeft bepaald wat er gebeurt met de natuur. Ook het project Exchange in Watou in Suriname, een gelijkend project als dat in Sonsbeek, schijnt licht op het verband tussen geld en natuurbehoud -of destructie. Ook hier creëerde hij ‘bankbiljetten als kunstvoorwerp’.
Voerman vertelde hij mij eerder al in zijn studio dat hij er bewust van is dat hij toch een soort ‘buitenstaander’ is bij dit soort projecten. Hij kraakt tijdens ons gesprek de kritische noot over Exchange in Watou: een witte man in Suriname die mensen informeert over macht en geld, kan dat wel? Zijn antwoord: ja, zolang hij zich op de achtergrond houdt en het project laat ontstaan vanuit de mensen. Zijn bouwwerken en installaties fungeren dan als ‘host’ voor het verspreiden van de boodschap van de inheemse gemeenschappen. De uitgifte en verkoop van de biljetten als symbool voor de verhouding van geld en de macht over het gebied speelt daarbij een rol om mensen aan het denken te zetten over de rechten van de inheemsen, die vaak een andere filosofie hebben op ‘bezit’ dan de mensen die handelen binnen een westers systeem. Hij werkt hierbij samen met lokale stichtingen en denkers.

Ook bij het project in Oekraïne kunnen kritische vragen worden gesteld. Hebben de Oekraïners profijt van een kunstwerk in de ruïnes? Hebben de Oekraïners profijt van de inmenging van Voerman? Het credo van Voerman blijkt: als je de mogelijkheid hebt om iets te betekenen voor anderen, doe je dat. Een dappere onderneming. Geëngageerde kunst vereist sensibiliteit en een goed inschattingsvermogen om de complexiteit van ernstige conflicten niet toe te laten nemen. Inmenging bij een bevolking in conflict kan onbedoeld ook tot verdere escalatie leiden of uitwaaiering van het conflict. Het lijkt erop dat samenwerking het overkoepelende gebeuren is wat het werk van Voerman relevant maakt voor de gemeenschappen die hij ontmoet. Deze samenwerking, die van een afstand gezien zou kunnen worden als ‘ijdele bemoeienis’, vormt in zijn werk idealiter tot ‘oprechte ontmoeting’, ondanks dat hij nog steeds ‘de kunstenaar’ is. Een dunne lijn die Voerman tot nu toe lijkt te kunnen bewandelen.

Je vertelde dat het contact met de mensen die je ontmoet erg belangrijk is voor je werk, hoe uit zich dat in het project in Oekraïne?
Ik wil een plek creëren waar mensen naartoe kunnen, kunnen herdenken, verhalen kunnen vertellen.
Bij het maken van mijn installaties helpen mensen vaak mee, die mensen huur ik in. Betrokkenheid is dan erg belangrijk. Ik kijk wie er sterk meevoelen en die personen haal ik binnen.
Het blijft altijd een proces dat enigszins onvoorspelbaar is en waarbinnen je moet anticiperen. Intuïtie en betrokkenheid zijn dan erg belangrijk.
Bij voorgaande projecten was er bewust contact gelegd met mensen die mee kunnen werken. In Izyum is het tot dusver puur toeval geweest. Spontaan kwam ik in contact met de directrice van het historisch museum. Daarnaast merkte ik dat men graag hun verhaal wilde doen over de Russische bezetting.
Dan is één en één samen twee. Ik zie dan al snel een tijdelijk mini-museumpje en ontmoetingscentrum en het optekenen van verhalen voor me. Toeval, ja… maar je moet dan wel de mogelijkheden zien…
Wat levert het project op voor de mensen die je hebt ontmoet in Oekraïne?
Allereerst kunnen zij hun verhalen vertellen en op deze manier de wereld inbrengen. Zo’n documentaire kan op heel veel plekken getoond worden. Het kan hoop geven. En mensen daar kunnen ook geld verdienen door mee te helpen. Er is daar heel weinig werk. Ook geld inzamelen is een mogelijkheid. Het project bestaat uit het bouwen van een ‘gemeenschappelijk gebouw’ waarvan het bouwproces vastgelegd wordt op film. Zowel de documentaire als het gebouw zijn de uiteindelijke werken. Het hoofdwerk is echter de documentaire.
Heel utopisch gedacht… wellicht kan het gebouw een eerste stap zijn voor een toekomstig historisch museum in Izyum, waarin de oorlog wordt herdacht.

In een tijd waarin oorlog wordt gezien als een ‘ver van ons bed show’ en als machtsstrijd van hogere politieke krachten, en een tijd waarin activistische kunst soms meer draait om het winnen van politieke standpunten dan om het alledaagse leven, voelt het alsof Voermans werk ons herinnert aan de noodzaak om de menselijke verhalen achter conflicten te blijven zien en horen.


Sophia Bustin

Recensies

Aardse zaken

Museumtijdschrift / Recensies / Aardse zaken
18 september 2024

De tentoonstelling ‘Soils’ in het Van Abbemuseum besteedt aandacht aan onze omgang met de aarde. De gevolgen van de klimaatverandering komen in beeld, maar ook een poëtische oproep om op een andere manier te kijken naar de grond onder onze voeten.
Een lange rij potjes gevuld met aarde siert de eerste zaal van de tentoonstelling. Bezoekers kunnen aan deze collectie hun eigen potje grond toevoegen. Een treffend begin van ‘Soils’, dat na het Australische Healesville nu Eindhoven aandoet. De reizende tentoonstelling met werk van kunstenaars uit alle delen van de wereld, van Nederland tot Zuid-Amerika en Indonesië, gaat namelijk over onze band en omgang met de aarde, en hoe die van gebied tot gebied verschilt.

Uiteenlopende thema’s komen aan bod als geworteldheid, het platteland, voedsel en rivieren, waarbij serieuze onderwerpen als de gevolgen van kolonialisme en overproductie de revue passeren.
In de zaal ‘water and soil’, over de klimaatcrisis, is een expressieve, wandvullende foto te zien van de Eindhovense kunstenaar Diewke van den Heuvel (1979). Zij bezocht de afgelopen acht jaar jaarlijks de Alpengletsjer, een van de grootste gletsjers van Europa. Melting heart connection (2020) maakt het smelten, oftewel het afsterven van deze gletsjer schrijnend zichtbaar en raakt de bezoeker diep. De kunstenaar wil de kijker op emotionele wijze betrekken bij de staat van een plek en zo bewust maken van diens band met de aarde.
Diewke van den Heuvel, ‘Melting heart connection’, 2020, foto: Almicheal Fraay

Verbeelding en boodschap
How to love a tree, prologue (2022) van de Pakistaanse kunstenaar Hira Nabi (1987) raakt ook een gevoelige snaar. De 14 seconden durende film brengt de beeldschone blauwgroene dennenbossen in Pakistan in beeld, die worden bedreigd door milieuverontreiniging en toerisme. Nabi laat het naderende einde van deze natuurgebieden voelen doordat de film de bezoeker met meerdere schermen omsingelt, en mens en boom oog in oog komen te staan. De bomen zijn in deze film niet ‘slechts’ object, ze lijken haast weemoedig te dansen op de bijbehorende muziek. Zowel in het werk van Van den Heuvel als dat van Nabi gaan verbeelding en boodschap geraffineerd samen.
In andere zalen hebben de veelal documentaire beelden een meer ondersteunende rol. Dit geldt bijvoorbeeld voor de in vergetelheid geraakte gereedschappen van de Indonesische Rangan Adat-gemeenschap. Die hebben zonder de bijbehorende zaaltekst en de informatieve documentaire te weinig artistieke kracht om de urgentie te kunnen vatten. De zaaltekst vertelt hoe de monoculturele palmolieindustrie de traditionele landbouwproductie heeft verdrongen. De getoonde gereedschappen blijken symbool te staan voor het verlies van voedsel, plantensoorten en lokale kennis.

Poëtische kern
In veel werken zit ondanks het documentaire karakter wel een poëtische kern. Dit komt onder andere naar voren in de film en het project A woven letter (2023) van het Zuid-Amerikaanse onderzoekscollectief Pluriversity Weavers, dat inheemse kennis en andere omgangsvormen tussen mensen en hun leefomgeving laat zien. Zo vertellen mensen uit de Colombiaanse gemeenschap Kwarte Umuke in de film dat zij de Chundwa, het natuurreservaat waarin zij wonen, beschouwen als het hart van de wereld dat zij bewaken. Zij verbinden zich met de aarde met geweven objecten, zogenoemde Umunuku, waarin ze stukjes steen, grassen, dierenresten of gebruiksvoorwerpen verwerken. Op die manier houden ze de herinnering levend van alle levende wezens die op een bepaalde plek zijn geweest. Speciaal voor de tentoonstelling hebben leden van de Kwarte Umuke ‘geweven brieven’ gestuurd naar uiteenlopende academici, activisten en kunstenaars in Nederland, als uitnodiging om zich concreter en directer te verbinden met het stuk aarde dat zij bewonen.
Ondanks de urgente problematiek die wordt aangekaart, is de tentoonstelling met zijn veelzijdige perspectief sympathiek en uitnodigend.



Zomers kleurenpalet

Museumtijdschrift / Recensies / Zomers kleurenpalet
14 augustus 2024

Museum De Lakenhal in Leiden viert de zomer aan de hand van kunstwerken uit de eigen collectie. Was de zomer voorheen een periode van werken op het land, inmiddels staat recreatie voorop. Maar ook het buiten schilderen komt aan bod.


Blauw, oranje en geel. Na binnenkomst in de museumzalen springt een groot schilderij in het oog. Het gaat om de zonnebadende mensen van Gé-Karel van der Sterren. De kleuren van het werk Zonder titel (2007) zijn terug te vinden in de letters op de muren. ‘Zomers! – Een keuze uit de collectie’ wil de invulling van de zomerperiode laten zien door de ogen van kunstenaars van grofweg de afgelopen 150 jaar.
De tentoonstelling opent met Twee aardappelrooiers (1905) van Jan Toorop, een tekening van waskrijt op papier. Vóór de introductie van de zomervakantie was de zomer de tijd om te oogsten, laat Toorop zien. Al snel daarna zijn de Leidse impressionisten te zien. Na de uitvinding van de verftube in 1841 konden kunstenaars buiten schilderen, zij vonden hun inspiratie in de stad maar ook in het buitengebied. Daartegenover hangen werken met onderwerpen die we heden ten dage associëren met zomer, zoals beeltenissen van het strand en picknicktaferelen.

Licht en ruimte
De tentoonstelling belooft de verandering in beeld te brengen van een werk- naar een vakantieperiode, maar biedt ook een associatieve kijk op de zomer. Daardoor waaieren de werken wijd uiteen. Er is zelfs een ijskar te bespeuren van de in Leiden gevestigde Italiaanse familie Belfi.
Bij een aantal werken is de link met zomer niet direct te leggen. Zo is er het werk Zonsondergang Wassenaarse Slag nr 87 (1996) van Annie Goddijn. Na haar tijd als oorlogsschilder in Bosnië raakte Goddijn geblokkeerd. De honderd keer geschilderde zonsondergang was voor haar een mogelijkheid om het schilderen weer op te pakken. Het schilderij heeft een zon en oogt zomers. Maar het is niet duidelijk of het werk inderdaad uit de zomerperiode komt. Het kan net zo goed winter of herfst zijn.
Kunstenaar Bram van Velde (1895-1981) vertrok in 1930 met zijn vrouw Lilly Klöker naar Corsica om te schilderen. De getoonde foto’s van de kunstenaar lijken op vakantiekiekjes, dus de link naar de zomer is gelegd. Maar Van Velde reist naar Corsica voor het licht en de ruimte, niet alleen voor de zomer.
Annie Goddijn, 'Zonsondergang Wassenaarse Slag nr. 87', 1996

Speerpunt Leiden
Wel nodigt de tentoonstelling uit om meerdere verbanden te ontdekken. Zo keert de trek naar buiten meerdere malen terug. Net als de Leidse impressionisten trok Marc de Haan erop uit om foto’s te maken. Samen met bewoners van Leiden Noord kreeg hij in 1995 de opdracht om vast te leggen hoe sociale vernieuwing eruitziet in de buitenruimtes van Leiden.
Wanneer je als bezoeker meer opzoekt over de kunstenaars, komt de link met Leiden duidelijk naar voren. De Leidse geschiedenis is een belangrijk speerpunt voor het museum en dat is te zien. Zo is Bram van Velde geboren nabij Leiden, blijkt Annie Goddijn Leids te zijn en is Marc de Haan onder andere fotograaf voor het Leidse universiteitsblad Mare. Een andere leuke vondst is de visuele aankleding. De kleuren van de werken komen grotendeels overeen met de kleuren van de zaalteksten. Wat dat betreft lijkt de tentoonstelling een sterkere visuele samenhang te hebben dan een thematische.




Houten honden en koddige konijnen

RECENSIE: Tom Claassen - Museum Beelden aan Zee
maandag 11 december 2023 / door: Sophia Bustin / beeld: foto Sophia Bustin4 Sterren

Tom Claassen is een kunstenaar uit Heerlen die vorm en vormloosheid weet te vangen in één werk. Met grote beelden neemt hij de bezoeker mee naar een wereld van zachte wezens in grote verhalen. Zijn tentoonstelling in Museum Beelden aan Zee toont werken vanaf zijn beginperiode tot aan twee speciaal voor deze tentoonstelling ontworpen projecten.

Konijntjes, hondjes, kikkers en een nijlpaard. De beelden zijn schattig, wild en enigszins afstandelijk. Door de grootte en hardheid van het materiaal zijn ze onbenaderbaar en toch speels uitnodigend. Het is het eerste wat opvalt: een botsing tussen materiaal en ontwerp. De ludieke beelden zijn hard en koud, maar hebben een zachte verschijning. Komisch en soms triest. Schattig en soms eng. De beelden spreken een breed publiek aan en strelen het oog. Er is ook nog een diepere laag te ontdekken.

Vormen zonder details
De vorm is het eerste wat je ziet aan de werken van Claassen. Het zijn grote beelden gemaakt van harde materialen. Toch belichamen de beelden een soort ‘anti-identiteit’. Het archetypische wordt uitvergroot en is de kwintessens van zijn werk. De Heerlense kunstenaar ontbloot in zijn werken namelijk een grondlaag die je met gedetailleerde uitwerking over het hoofd ziet. Deze oerlaag is herkenbaar en er ontstaat al snel een emotionele ‘klik’ met de werken. De kracht van Claassens beeldtaal zit in de onverwachte vriendelijkheid van zijn werk.
Deze vriendelijkheid is bijvoorbeeld terug te zien in het Zandleeuwentapijt. Claassen heeft bewust gekozen voor leeuwinnen omdat mannetjesleeuwen, met grote manen, veel details hebben. Dat kan volgens de kunstenaar afleiden van de krachtige uitstraling van de leeuw en teveel wijzen naar de kundigheid van de maker. De leeuwinnen in het museum bundelen hun kracht in een statig tapijt. Onverwoestbaar en vorstelijk smelten ze uiteindelijk samen. Desondanks nodigt het gladde zand uit om op een zomerse dag te zonnebaden terwijl kinderen zandkastelen maken op hun ronde klauwen.

Gulliver en de Palletmannen
Voor Beelden aan Zee heeft Tom Claassens twee speciale kunstwerken gemaakt. Gulliver en Palletmannen. Gulliver verwijst naar de reus in het verhaal Gullivers reizen, een satirisch boek van de Ierse schrijver Jonathan Swift. De palletmannen symboliseren de pallets die elk jaar weer torenhoog worden opgestapeld om een reusachtige vuurzee te creëren op de Haagse stranden. Zo worden fantasierijke kustverhalen gecombineerd met bestaande strandtradities. De voorloper van deze twee projecten is het zittende Bronzen houten hondje uit 2002.
Hier zie je dat Claassens vormentaal en materiaalgebruik breekt met hoe hij voorheen werkte. Details sluipen in het werk en het gebruik van een boomstronk maakt het werk minder ‘oervormelijk’ dan zijn voorgaande beelden. Claassens wilde ontsnappen aan zichzelf. Dat is gelukt. Desondanks heeft deze beweging afgedaan aan de kracht van zijn beeldtaal. De reus uit Gullivers reizen is imposant om als ‘klein mens’ doorheen te lopen, maar de vervolgstap om een reus te zijn, wordt verzwakt wanneer je verder het museum binnenloopt. Een bescheiden trap zou je groter kunnen doen voelen.

De Palletmannen zijn letterlijk mannen van pallets. Interessant dat dit Haagse gebruik het museum heeft gehaald, maar het controversiële aspect van de palletbranden lijkt te missen. De kracht van Claassens beeldtaal wordt enigszins hersteld door het grote formaat van de twee werken en de originele verwijzingen naar de verhalen. In combinatie met zijn andere beelden is het een speelse tentoonstelling die uitnodigt om kunst onbeschaamd ‘mooi’ en ‘leuk’ te vinden.

Tom Claassen - Museum Beelden aan Zee
Gezien in: Museum Beelden aan Zee, Den Haag
Nog te zien tot: maandag 01 april 2024
Beoordeling: 4 sterren

KUNST / Expo binnenland

Kusama’s artistieke zoektocht in Nederland
RECENSIE: Yayoi Kusama - Stedelijk Museum Schiedam
dinsdag 13 februari 2024 / door: Sophia Bustin / beeld: Yayoi Kusama, Naked Body Festival, Stedelijk Museum Schiedam, November 1967. Foto Ton den Haan. Collectie 0-INSTITUTE.5 Sterren

De Japanse kunstenares Yayoi Kusama (1929) is met gemak een van ’s werelds bekendste kunstenaars te noemen. Toch weten maar weinig mensen dat Kusama van 1965 tot 1970 in Nederland verbleef. Het Stedelijk Museum Schiedam werpt een verhelderend licht op deze belangrijke fase van haar werk.

Kusama is bekend door de ogenschijnlijk vrolijke polkadots en de kamervullende installaties waarvan een aantal ook te zien zijn in de expositie in het Stedelijk Museum Schiedam. Daarnaast heeft Kusama in het begin van haar carrière verschillende happenings geïnitieerd in New York. Hier vulde ze verschillende locaties met gekleurde stippen. De kunstenares besloot deze happenings ook in Europa uit te voeren. In Nederland ging ze zelfs nog een stapje verder.

Happenings
Een belangrijk moment, en tevens vertrekpunt van de tentoonstelling, is de opschudding die Kusama in 1967 veroorzaakte in de gemeenteraad van Schiedam. Tijdens de happening in de kapel van het Stedelijk Museum Schiedam beschilderde ze de naakte kunstenaar Jan Schoonhoven met haar nu zo typerende stippenpatroon. Het was een belangrijke gebeurtenis binnen zowel de Nederlandse kunstscene als de carrière van Kusama. Ze droeg hiermee bij aan een nieuw tijdperk in de Nederlandse kunstwereld. De kunstenares speelde, al dan niet bewust, in op de opkomende seksuele revolutie.

Het losmakende aspect van deze en daaropvolgende (naakt) happenings wordt versterkt door de foto’s en de beschrijvingen in de donkere expositiezaal. De documentatie nodigt hierdoor uit tot concentratie, wat een grondige observatie teweegbrengt. De paspoppen van de installatie Infinity Polka Dots Room wachten er geduldig naast. Door deze combinatie – paspoppen vol met gekleurde stippen en de foto’s van onder andere Schoonhoven die beschilderd wordt door Kusama – ontstaat een verrassend realiteitsbesef van de happening. De foto’s voelen intiem en geven een tastbaar inzicht in haar artistieke zoektocht.

Strijd en vrijheid
Kusama’s werk ademt strijdkracht. De strijd van een Aziatische vrouw in een westerse wereld. En de strijd van een vrouw in een door mannen gedomineerde kunstwereld. Ze verbeeldt deze spanningen onder andere door veelvuldig fallusvormen te gebruiken in haar werk en door kleurrijk en zelfbewust te poseren voor de camera. Het is een gevecht om erkenning. Een poging om te breken met haar jeugd en door te breken als zichzelf. De tentoonstelling laat zien dat Kusama vanuit persoonlijke ervaringen en trauma’s deuren opent binnen bredere maatschappelijke ontwikkelingen.

De opbloeiende vrijheid die te zien is in de werken bereikt een hoogtepunt in Narcissus Garden, oorspronkelijk gecreëerd voor de Biënnale van Venetië in 1966. Hier verkocht Kusama spiegelballen voor 2 dollar per stuk. Deze daad ging in tegen de ‘regels’ van de galerie waar ze bij hoorde. Ze hield de bezoekers een spiegel voor, maar niet zomaar een spiegel: een bolvormig object dat niet alleen de achtergrond weerspiegelde van de persoon die ervoor stond, maar ook die van de persoon erachter en de personen eromheen.

De gemoedelijke sfeer van het museum weerspiegelt de soms voorzichtige, maar altijd rake stappen naar een soort bevrijding. Door de expositie is het alsof Kusama het museum nooit echt heeft verlaten. De markante polkadots die we nu zo goed kennen, hebben een lange weg afgelegd om het spektakel te worden dat ze vandaag de dag zijn. Het Stedelijk Museum Schiedam slaagt erin deze evolutie vast te leggen en presenteert een krachtig verhaal over een persoonlijke en kunsthistorische reis.

De tentoonstelling Yayoi Kusama. De Nederlandse jaren 1965-1970 in het Stedelijk Museum Schiedam is nog te zien tot en met 17 maart 2024.

Yayoi Kusama - Stedelijk Museum Schiedam
Gezien in: Stedelijk Museum Schiedam, Schiedam
Nog te zien tot: zondag 17 maart 2024
Beoordeling: 5 sterren

Een tekening op de bank
RECENSIE: Sprekende bomen. Een ode aan onze bedreigde natuur – De Mesdag Collectie
dinsdag 14 mei 2024 / door: Sophia Bustin / beeld: foto Sophia Bustin3 Sterren

Een schetsboek met een tekening van de grote boom uit de tuin van het voormalige woonhuis van de Mesdags laat zien dat deze boom overduidelijk een van de bezoekers aansprak. Het is een tastbaar spoor van een kort moment van verbintenis met de natuur. Maar slaagt de tentoonstelling er echt in om te laten zien dat de mensheid een is met de natuur?

Sprekende bomen. Een ode aan onze bedreigde natuur reflecteert op onze relatie met de natuurlijke wereld. De gedichten en schilderijen fungeren als activistische kunst om het verlies van bomen en bossen aan te kaarten. Dichter Jan Kleefstra en kunstenaar Christiaan Kuitwaard pogen te laten zien dat de mens onderdeel is van deze natuur. De expositie is tot stand gekomen naar aanleiding van het boek Boswerk (2023) dat Kleefstra en Kuitwaard hebben gemaakt in samenwerking met schrijver Annelies Henstra. In dit boek komen de tekst van Henstra, de gedichten van Kleefstra en de schilderijen van Kuitwaard samen. De tentoonstelling combineert ook poëzie en schilderkunst.

Esthetische presentatie
Een lichtschakelaar op de wand met landschapsschilderijen verstoort de harmonie, maar dat is dan ook het enige wat de schoonheid van de kunstwerken schendt. De schilderijen – van telkens hetzelfde formaat – zijn in rijtjes tentoongesteld. Wanneer de gedichten naast de werken gelezen worden, verdwijnt het geordende karakter van de expositie naar de achtergrond en maakt het plaats voor een knus, haast huiselijke gevoel van kunst aan de muur. De makers vertellen dat we als mensheid een zijn met de natuur. Ofwel ‘het leven’ in de woorden van Kuitwaard. De tedere verwoordingen in de gedichten roepen genegenheid op voor de bomen die zijn afgebeeld op de schilderijen. De zichtbare betrokkenheid van kunstenaar Kuitwaard bij de bomen roept sympathie op. Op een levensgrote foto is de schilder namelijk letterlijk tussen de bomen aan het werk. Tussen de werken door zijn schilderijen van de Haagse School te zien. Ronde clusters van eveneens kleine schilderijen. De mannen hebben deze werken zelf gekozen als aanvulling op de expositie. Deze presentatievorm biedt het nodige speelse contrast naast het ontstane lijnenspel dat de schilderijen van Kuitwaard op de wand tentoonstellen.

Betrokken kunstenaars en het verlies van bossen

Een schilderij vol gefragmenteerd zonlicht laat een omgevallen boom zien. Het is een werk van de Haagse Schoolschilder Johannes Bilders. De begeleidende tekst vertelt dat dit werk de kunstenaar ontroert. Dit sentiment wordt gelijk ingekopt door de staart van de expositie, waarin de zorgen om het verlies van diversiteit in de natuur wordt aangekaart. Het raakt dat de kunstenaars blijkbaar een persoonlijke relatie hebben opgebouwd met de bomen. Tijdens het bestuderen en schilderen van de bomen brachten ze automatisch ook tijd met ze door. Dit geeft de expositie kracht. De relatie die de mannen hebben met de omgevingen waarin ze het werk lieten ontstaan, is te zien. Het gevoel dat de mannen waarschijnlijk hebben ervaren op die plekken wordt echter niet direct overgebracht op de bezoekers door middel van de werken. De titel van de tentoonstelling schuurt met het zwijgen dat de bomen in de schilderijen lijken uit te dragen. Hier zit waarschijnlijk de crux van de expositie. De bomen spreken, maar kunnen wij ze net als deze kunstenaars verstaan?

De tentoonstelling ontvouwt zich als een liefdevol, esthetisch plezierig, maar ook soms wat glazig geheel. De werken lijken niet direct een verbintenis op te roepen met de natuur voor de kunstliefhebbers in de zalen. Daar zijn de schilderingen en de gedichten, doorspekt van een persoonlijke relatie, te intiem voor. Té liefelijk. Wel laat de expositie een bijzondere relatie zien van kunstenaars met de bomen die zij hebben leren kennen.

Sprekende bomen. Een ode aan onze bedreigde natuur – De Mesdag Collectie
Gezien in: De Mesdag Collectie, Den Haag
Nog te zien tot: zondag 21 juli 2024
Beoordeling: 3.5 sterren
KUNST / Expo binnenland

Meer dan een lukrake verzameling
RECENSIE: If not now, when? - Museum Beelden aan Zee
vrijdag 19 juli 2024 / door: Sophia Bustin /4 Sterren

Max Vorst is een particuliere kunstverzamelaar. Museum Beelden aan Zee heeft de eer om voor het eerst de werken uit zijn collectie tentoon te stellen in een museale setting. If not now, when? belooft diverse, originele werken van hoge kwaliteit te exposeren.

De tentoonstellingstekst vertelt dat de werken verschillende thema’s verbinden. Bijvoorbeeld hedendaags mensbeeld, constructies en het vervagen van de tijd. De werken zijn als lagen sedimentgesteente. Beeldhouwwerken van de afgelopen dertig jaar staan dicht bij elkaar in de grote zaal, maar zijn toch helder van elkaar te onderscheiden qua periode en stijl. Wat opvalt: er is veel werk gemaakt door vrouwen en de gerepresenteerde kunstenaars zijn afkomstig uit uiteenlopende plekken in de wereld. Op het eerste gezicht lijkt de tentoonstelling waar te maken wat het belooft: een uniek overzicht van de ontwikkelingen van de hedendaagse beeldhouwkunst.

Naast die belofte is ook duidelijk de persoonlijke voorkeur van de verzamelaar te ontdekken. Deze persoonlijke touch maakt het een spannend kunsthistorisch verslag. De werken zijn kleurrijk, vaak groots en kunnen schuren. Vorst heeft duidelijk een voorkeur voor werken met meerdere betekenissen. Dit inkijkje maakt de tentoonstelling, bedoeld of niet, ook persoonlijk.

Midden in de maatschappij

Igshaan Adams Image courtesy of the artist and blank projects, Cape Town. Photo: Paris Brummer
Sommige werken komen letterlijk voort uit ons dagelijks bestaan, zoals De FedEx Box en Koper FedEx van kunstenaar Walead Beshty. Het is conceptuele kunst. De pakketjes worden op de post gedaan en de reis van de pakketjes en hun uiteindelijke voorkomen door de reis, met butsen en al, is het werk. Iets wat de meeste mensen zullen herkennen bij bestelde pakketjes. De grote wandkleden van Isghaan Adams hebben ook een plek in de zaal. Het laat (bijna) zien dat het wel kan: leven en laten leven voor iedereen op de wereld. De kunstenaar, zelf vol tegenstrijdigheden, laat zien dat dit vertaald kan worden naar imposante wandkleden. In het werk Weiveld zitten bijvoorbeeld verwijzingen naar de islamitische cultuur, naar de vrouwen van wie hij heeft leren weven in Zuid-Afrika en er zijn draadjes te ontdekken naar zijn eigen moeilijk in een hokje te plaatsen identiteit.
Als je midden in de zaal rondkijkt is er plots een groot matras te bespeuren aan de muur. Het lijkt levensecht, maar is in werkelijkheid van siliconen gemaakt. Het gaat om een van de laatste werken van Kaari Upson voor haar dood. Het werk Aqua-Fresh is extra schrijnend omdat matrassen volgens de kunstenaar ‘afwezige lichamen’ weerspiegelen. Even is voelbaar dat al deze werken zijn gemaakt door individuen met levens en de daar bijhorende moeilijkheden.

Persoonlijk
De collectie reflecteert thema’s die spelen in de maatschappij, maar biedt het ook een uniek overzicht van de ontwikkelingen van de hedendaagse beeldhouwkunst zoals geclaimd in de leaflet van de tentoonstelling? Ja, Vorst blijkt een man van zijn tijd. De liefde voor de kunst is af te zien aan de veelzijdigheid van de collectie. Door de diversiteit van makers, materialen en onderwerpen lijkt het, zeker tijdens een eerste bezoek, een treffende afspiegeling te zijn van de afgelopen drie decennia. Verrassend is de ontdekking van een stukje van Vorst zelf. Als verzamelaar van uitdagende kunst, van kleurrijke werken, grote gebaren en kwetsbaar uitziende materialen, blijkt het een man die verschillende tendensen in de maatschappij aanvoelt.

If not now, when? - Museum Beelden aan Zee
Gezien in: Museum Beelden aan Zee, Den Haag
Nog te zien tot: zondag 08 september 2024
Beoordeling: 4 sterren
Link: expositie

Een moment met Ai Weiwei

Donderdag 26 oktober 2023 / door: Sophia Bustin / september 2023, 5 Sterren

Kalm komt hij de zaal binnenlopen. De fotografen staan klaar met hun camera’s voor de pers preview. Hij wacht even, poseert, en loopt vervolgens naar de talkshowachtige setting op het podium.
De mensen in de zaal worden steeds enthousiaster naarmate ze beseffen dat de wereldberoemde kunstenaar nu echt voor hun neus zit. Naast de professionele camera’s komen nu ook de mobieltjes tevoorschijn. Iedereen neemt foto’s. Als antwoord hierop begint Ai Weiwei met foto’s maken van het publiek. Ook op zijn telefoon. De aanwezigen lachen. Het interview geleid door de directeur van de Kunsthal, Marianne Splint, begint.
Het gesprek is als een wals. Waarbij nauwkeurig voorbereide onderwerpen bruut maar zorgzaam afgekapt worden met de sterke meningen van Weiwei. Zo waarschuwt hij ons voor ‘mainstream thinking’ in de media en benadrukt hij dat we allemaal zowel ‘goed’ als ‘slecht’ kunnen zijn. Oftewel, de keuze is aan ons. Ook het levensverhaal van Ai Weiwei komt aan bod, en zijn luchtig aandoende humor krijgt vrij spel. Splint geeft met haar vragen secuur vorm aan de gevatte ironie die het zware levensverhaal van Ai Weiwei omvat. Hierdoor ontvouwt zich, net als in de expositie, een mensenleven.

Grootste overzichtstentoonstelling tot nu toe
De Kunsthal heeft geen eigen collectie, maar vertelt verhalen. Dit keer het verhaal van Ai Weiwei. In Search of Humanity is de grootste overzichtstentoonstelling van de kunstenaar tot nu toe. Enkele bekende werken zoals de Sunflower Seeds en de Study of Perspective serie springen er bij binnenkomst meteen uit. Een grote slang gemaakt van kinderrugtasjes introduceert de volgende ruimte. Het indrukwekkende werk genaamd Snake Ceiling vertelt over de angstaanjagende aardbeving van 2008 in Sichuan waarbij duizenden kinderen om het leven kwamen. Een ander ontzagwekkend werk is de installatie Crystal Ball. De grote bal lijkt vol te zitten met zeewater. De zwemvesten gaan letterlijk gebukt onder het gevaarte. De wanhoop en de fysieke zwaarte die de mensen moeten doorstaan om te vluchten wordt voor een moment invoelbaar. De tentoonstelling heeft ook een persoonlijke kant. De tijd die Ai Weiwei in China in gevangenschap doorbracht heeft hij namelijk tastbaar gemaakt door zijn cel op ware grootte te repliceren.

Op zoek naar zichzelf

Het oeuvre van Ai Weiwei is binnen de muren van de Kunsthal overzichtelijk, maar verliest daarbij niks van haar grootsheid. Zijn persoonlijke zoektocht is duidelijk in zijn werk. Zo bediscussieert hij op een beeldende manier het lot van China’s culturele erfgoed, komt zijn worsteling met de politieke structuren van zowel China als van de westerse wereld naar voren en klinkt zijn drang naar gerechtigheid door om hen die geen stem hebben een stem te geven. Toch noemt Ai Weiwei zichzelf geen activist. Hij is vooral bezig met wat hij denkt en voelt dat hij moet doen in het moment. ‘Freedom of expression is an essential quality of life’, aldus de kunstenaar. En zo wordt in de visie van Ai Weiwei de kritische houding er een die ons allemaal zou moeten treffen als essentieel aspect van ons leven. Persoonlijke vrijheid en subjectieve expressie zijn volgens Ai Weiwei belangrijk bij de zoektocht naar jezelf in de wereld. Een uitspraak die lijkt te materialiseren in het moment dat hij ook van de pers foto’s maakt. Met een flinke scheut ironie, die een scherpheid van waarneming verklapt, en door de simpele act van het foto maken, gooit Ai Weiwei het gemaakte uit de sociale interactie weg, waardoor hij deelneemt aan het gesprek als mens van vlees en bloed.

Eerlijke kunst vraagt om eerlijke kijkers
Ai Weiwei’s kunst is naast een persoonlijke zoektocht, een uiting van betrokkenheid bij mensen en gebeurtenissen in de wereld. Dit blijkt niet alleen uit zijn werk, maar ook uit zijn aanwezigheid. Met deze betrokkenheid sluit hij ook het interview. We hebben allemaal een verantwoordelijkheid naar elkaar. ‘Use you personal judgement rather than propaganda’, vertelt Ai. Deze woorden zijn ook treffend voor de tentoonstelling. Het werk nodigt uit om door een eerlijke lens bekeken te worden. Eerlijk in de zin van erkennen vanuit welke ‘echte’ problematiek het werk is voortgekomen ondanks dat de boodschap verpakt is in een ‘show’. De expositie is niet bedoeld voor bezoekers die louter komen om foto’s voor socials te maken. Nee, Weiwei’s kunst verlangt óók naar persoonlijke verantwoordelijkheid. Het vraagt om onafhankelijk nadenken zodat wij streven naar het menselijke in onszelf.

Surrealisme in Brussel en het pronkstuk Ensor

RECENSIE: Exposities op de Kunstberg
dinsdag 12 maart 2024 / door: Sophia Bustin / 4 Sterren

In Brussel is het Ensorjaar van start gegaan wegens zijn 75e sterfdag. In navolging van Oostende zien daar twee tentoonstellingen het levenslicht: James Ensor Inspired by Brussel in de Koninklijke Bibliotheek België en James Ensor. Maestro in Bozar. Beide laten een wereld zien van een eigenzinnige man die zijn tijd vooruit was en aanzienlijk gevormd is als kunstenaar in de Belgische hoofdstad.
Gelijktijdig openen er tevens twee exposities over surrealisme in Brussel. Dit jaar kwam precies honderd jaar geleden het surrealistisch manifest van Breton uit én startte Paul Nougé samen met Marcel Lecomte en Camille Goemans de Correspondance pamfletten. IMAGINE! 100 years of international Surrealism vindt plaats in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten en richt zich op de internationale surrealisten. In Bozar vinden we Histoire de ne pas rire. Het surrealisme in België, een expositie speciaal gewijd aan de Belgische surrealisten.
De kunstmatadoren van Brussel, Magritte en Ensor, blijken het topje van de ijsberg wat artistiekelingen betreft. De tentoonstellingen laten zien dat wederzijdse inspiratie de bron was voor Brussels surrealistische glorie, die ruim zestig jaar heeft gefloreerd.

Bozar
In Brussel kreeg het surrealisme een eigen identiteit, los van Parijs, en de pamfletten Correspondance (1924-1925) van Nougé, Lecomte en Goemans gaven hiervoor het startsein. De experimenterende, haast wetenschappelijke tak van de avant-garde beweging bewoog zich los van de gebaande paden in de samenleving en had vaak een revolutionair streven.
Lopend op de Kunstberg, in de regen tussen de vele langsrijdende voertuigen en stromen voorbijgangers, prikkelt de lucide sfeer van de schilderijen in Bozar de wil tot rebellie. Nog steeds voelt de ludieke protestkunst als een wezenlijk statement dat in onze huidige tijd niets aan betekenis heeft ingeboet.

De vervlochten wereldbeelden van verschillende kunstenaars als Jane Graverol, Irene Hamoir en Paul Colinet laten zien dat de kunstenaars samen politiek actief waren. Zo kaartten ze bijvoorbeeld de problemen van klassenverschillen aan, en werken van Graverol en Hamoir becommentarieerden de positie van de vrouw. Het surrealisme maakte een inhoudelijke verdiepingsslag in de Belgische hoofdstad.
‘Het komt er minder op aan de wereld te begrijpen dan hem te veranderen’ – Paul Nougé
Curator Xavier Canonne, expert van het surrealisme in België, noemt het surrealisme in Brussel meer dan enkel een kunststroming, hij noemt het ‘een van de meest originele avonturen van de geest’. En dat valt te begrijpen. De expositie in Bozar voelt als een meanderende rivier. Je loopt zigzaggend langs verschillende werken waardoor je deze en andere verassende verbanden kan opsporen. De teksten van Nougé leiden de bezoekers langs de wanden. Het museum heeft hedendaagse schrijvers gevraagd te reageren op enkele werken, zo blijft de surrealistische beweging vandaag de dag nóg in leven en ook in deze teksten worden politieke onderwerpen niet geschuwd.
In de expositie James Ensor. Maestro wordt Ensor neergezet als geniale einzelgänger. De man die zoekt naar identiteit en erkenning. Met veel gebaren en anekdotes laat curator Xavier Tricot kunstenaar James Ensor ‘leven’ in de ruimte. Ensors tekeningen met genderfluïde zelfportretten hangen trots aan de lichtblauwe muren. Fantasie en groteske beelden voeren de boventoon. De expositie maakt ook gebruik van oude foto’s van Ensor: de kunstenaar blijkt een levensecht persoon te zijn geweest.
 

Koninklijke Bibliotheek van België (KBR)
Ensor liep rond in Brussel vanaf 1877. Deze zelfde man die worstelde met zijn identiteit en lichte pastelkleuren gebruikte in zijn werken, blijkt in de tentoonstelling James Ensor. Inspired by Brussels van het KBR ook te stoeien met een grootsheidscomplex. De schilderijen uiten zich hier in felle kleuren. Ensor haalt traditionele zekerheden onderuit met scherpe satire en verlegt zo de grenzen van de oude kunstwereld. Indirect maakt hij hiermee plaats voor de kunstenaars van het surrealisme.
Ironisch genoeg laten Ensors werken in de prachtige conservatieve fin de siècle-stijl kamers van het KBR zien waarom hij zich verzette tegen de oude artistieke standaard. In 1883 stichtte hij samen met twintig Belgische kunstenaars Les XX. Los van officiële instellingen exposeerde ze elk jaar de radicaalste kunst. Ensors werk werd in de setting van zijn eigen salons ieder jaar grotesker en wilder. Van beginnend realist, geïnspireerd door impressionisme, steeg hij uit tot koning satire. Ondanks dat Ensor wordt neergezet als geniaal individu, blijkt dit niet volmondig terecht. Er valt te lezen dat hij veel bijstand kreeg van invloedrijke vrienden en andere inspiratoren. Zijn kunstzinnige ontwikkeling wordt in perspectief geplaatst.
Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België
Op loopafstand van elkaar spelen de surrealistische geschiedenissen met de stad. Er ontstaat een ambiance van verwondering, en de ontdekking van grote namen die Brussel hebben geïnspireerd en bevrijd van het juk van voorgaande eeuwen maken de stadswandelingen een zinderende ervaring.
Surrealisme was niet zomaar een stroming. Het was een vooruitziende blik. Een hallucinatie van onze gezamenlijke toekomst in de wereld. De kunstenaars gingen haast als paragnosten te werk. De tentoonstelling Imagine! 100 years of Surrealism laat de veelzijdigheid van de stroming zien als een uitgebreide menukaart. Kies uit het sierlijke symbolisme en tref rijke innerlijke landschappen. Proef een van de mythische Chimaera’s met een vleugje kronkelende boomwortels en tref als dessert een wereld geïnspireerd op het atoomtijdperk.
Over een kunstenaar als Max Ernst valt te zien dat drie van zijn vrouwen een cruciale rol hebben gespeeld bij de ontwikkeling van zijn werk. Deze vrouwen, Luise Straus-Ernst, Dorothea Tanning, Marie-Berthe Aurenche, zijn ieder op zich kunstenaars van hoog niveau. De tentoonstelling laat zien dat veel mannelijke kunstenaars die wij goed kennen nooit eenzaam aan de top hebben gestaan.

Musée Magritte Museum
De poëtische kunst van Folon voelt hierna als een lichtgekleurde sedimentlaag van de surrealistische vloedgolf. Naast de werken van Magritte geplaatst, maakt ze duidelijk dat nuances in licht, nuances zijn tussen droombeelden en poëzie. Het subtiele verschil tussen tekst en textuur.
Twee Belgische kopstukken staan momenteel in de schijnwerpers van de Belgische musea: Ensor en Magritte. De tentoonstellingen tonen echter ook de grote hoeveelheid kunstenaars die, onterecht, geen grote naam hebben. De vele vrouwen en poëten die het surrealisme van levensbloed voorzagen, hebben nu een plek op het toneel. Magritte en Ensor zijn naar boven komen drijven als bekendst, maar de zee aan kunstenaars om hen heen heeft de stromingen samen met hen veroorzaakt.
In deze zee van exposities doorbreekt de Kunstberg de mythe van de einzelgänger als kunstzinnig genie. Hij toont vernieuwer Ensor in volle glorie, leidt je langs de politiek activistische surrealisten en mondt uit in de pure beeldpoëzie van Folon.

Imagine! 100 Years of International Surrealism is te zien tot 21 juli 2024 in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België
James Ensor. Inspired by Brussels is te zien tot 2 juni 2024 in het museum van de Koninklijke Bibliotheek Belgie (KBR)
Magritte – Folon is te zien tot 21 juli 2024 in het Magritte Museum
James Ensor. Maestro is te zien tot 23 juni 2024 in Bozar
Histoire de ne pas rire. Het surrealisme in België is te zien tot 16 juni 2024 in Bozar

Exposities op de Kunstberg


Beoordeling: 4.5 sterren


Woest aantrekkelijk en ongrijpbaar

RECENSIE: Anselm Kiefer in Voorlinden
maandag 04 december 2023 / door: Sophia Bustin, Denise Hermanns / 5 Sterren

Kunst van Anselm Kiefer laat zich niet in een paar woorden vangen. Zijn monumentale oeuvre heeft een eigen beeldtaal en gelaagdheid waarin ruwe, onconventionele materialen en flarden Duitse geschiedenis, mythologie, poëzie en literatuur de kijker intrigeren en in het ongewisse laten. De door daglicht verlichte zalen van Voorlinden vormen het toneel voor de solotentoonstelling Bilderstreit, een selectie die veel nog niet eerder getoonde installaties, sculpturen, schilderijen en tekeningen omvat.

‘Wat doet de kunstenaar? Hij legt verbanden. Hij knoopt onzichtbare draden tussen dingen. Hij duikt in de geschiedenis, of het nu de geschiedenis van de mensheid is, de geologische geschiedenis van de aarde of het begin en het einde van de zichtbare kosmos’, is een citaat van Anselm Kiefer (1945). Hij wil zijn creaties niet te veel duiden. De kunstenaar werd tijdens de Tweede Wereldoorlog geboren en speelde als kind tussen de ruïnes van het naoorlogse Duitsland. Van het steen dat hij tussen het puin vond bouwde hij huizen. Ook later is hij altijd blijven bouwen en afbreken, met aandacht voor datgene wat in de maatschappij onbesproken bleef. In Voorlinden kun je nu een grote selectie van zijn werk bekijken.

De rode draad

Met het reusachtige doek Wolfsbohne – für Paul Celan (2020) toont Kiefer een ruïne met trappen, waarboven een fragment van Celan staat geschreven. Volgens hem is Celan de enige dichter die het naoorlogse Duitsland weet te duiden en daarmee is zijn dichtkunst een grote inspiratiebron voor Kiefer. De enorme loden boekenkast die in dezelfde ruimte staat, verbeeldt hoe zwaar de geschiedenis soms kan zijn. Anselm worstelt met de vraag: wie zou ik zijn geweest ten tijde van de Tweede Wereldoorlog? Deze confronterende reflectie werkt door in zijn rebelse en vaak ongrijpbare kunst. Ik geef geen antwoord op je vragen, schreeuwen de werken, terwijl ze de andere keer zacht fluisteren over het bestaan van fantasie en hoop in een taal vol van symbolische verwijzingen.

Strohalmen
In Der Morgenthau – Plan ziet de kritische beschouwer in een enorm goudkleurig tarweveld een terracotta slang op het zand. De link met listig is snel gelegd en dat is met goede reden. In 1944 werd namelijk het Morgenthau Plan opgezet door de Amerikaanse minister van Financiën. Duitsland moest worden gedemilitariseerd, gedeïndustrialiseerd en veranderd in akkerland. Kiefer ziet in dat dit Hitler juist ‘hielp’ doordat hij zo doorvechten kon rechtvaardigen; immers door dit plan zouden anders miljoenen Duitsers sterven van de honger. Het werk laat duidelijk zien hoe pastoraal en idealistisch het idee was, maar tegelijkertijd laat het gouddruipende koren de angst zien voor een naderende hongerdood en een duistere oorlogsrechtvaardiging.

Experimenteerdrift
Wie dicht op een canvas van Kiefer staat, ziet waarom hij een meester is in het experimenteren. Verschillende materialen en technieken zorgen voor een haast spectaculaire textuurbeleving. Hij steekt zijn werk in brand of bewerkt het met zuur, bouwt op en breekt af, continu zoekende. Lijnen, nummers, citaten en materialen zoals hout, lood, ijzer en stro markeren zijn composities die zowel op afstand als van dichtbij, en vanuit verschillende invalshoeken, mateloos fascineren. De nummers kunnen coördinaten zijn die verwijzen naar de ruimtevaart maar associëren ook met de getatoeëerde nummers uit de concentratiekampen. Dikke klodders verf, soms ingekrast of juist in een opeenstapeling van kleuren, herinneren aan het palet van Van Gogh zoals ook Kiefers grote landschappen en zonnebloemen dat doen. Anselm heeft op 17-jarige leeftijd de rit naar Arles afgelegd om letterlijk in de voetsporen van de meester te treden.

Beladen
Op de wanden van Voorlinden kom je het rafelige handschrift van Kiefer met regelmaat tegen. In zwart noteert hij de mysterieuze titels van zijn installaties. In Zaal 6 bevindt zich een overdaad aan vitrines met objecten, met daarachter grote wandvullende werken. De vitrines zitten bomvol verwijzingen en verhalen die vragen oproepen. De verhalen lopen ook in elkaar over. De titels verwijzen onder andere naar sprookjes, mythen, natuurfenomenen en opera’s. Door de veelheid ervan is de ruimte haast te beladen geworden voor de kijker. Achter glas valt een metershoge toren op, opgebouwd uit doorgeroeste rolstoelen. Even verderop zien we een serie zelfgemaakte fietsen als drager van verschillende materialen, een speels motief in Kiefer’s oeuvre. Ze zijn overgoten met symboliek en belichamen tegelijk de dynamiek van zijn kunstenaarschap dat voortdurend in beweging is.

Ongrijpbaar
In het donker staat een levensgrote ‘kijkdoos’ opgesteld, Winterreise, 2015-2020, vernoemd naar de liederencyclus van Schubert. Het is een theaterdecor met een bos waarin een oud ziekenhuisbed, paddenstoelen en namen van Duitse componisten en romantische, veelal nationalistische, schrijvers figureren. Indirect is het een verwijzing naar hoe de nazi’s het werk van deze figuren uit de romantiek hebben gebruikt om hun politieke agenda deels te rechtvaardigen. Het kwade en het schone leven in en met ons, laat het decor zien. De paddenstoelen en schimmels lijken hier ook naar te verwijzen: alles heeft een connectie met elkaar. Het winterse schouwspel dat is neergezet, laat je met vragen en uiteenlopende gevoelens naar huis keren. Net als het creatieve proces van Kiefer is ook de beschouwing van zijn werk voortdurend in beweging. Het is juist deze ruimte voor persoonlijke interpretatie die Bilderstreit zo interessant maakt.

Naast een tentoonstelling draait er ook een film in de Nederlandse en Belgische bioscopen over Anselm Kiefer. De film ‘Anselm’ is een intiem portret van de kunstenaar gemaakt door de Duitse filmmaker Wim Wenders. Je leest er meer over in de betreffende recensie van 8WEEKLY.

Anselm Kiefer in Voorlinden
Gezien in: museum Voorlinden, Wassenaar
Nog te zien tot: zondag 25 februari 2024
Beoordeling: 5 sterren
Link: expositie Anselm Kiefer


Kunst / Expo binnenland

Jan Schoonhoven in een ander licht


recensie: Lothar Wolleh ziet Jan Schoonhoven - Museum Prinsenhof Delft
maandag 11 september 2023 / door: Sophia Bustin / 4 Sterren

‘Het is wel mooi ofzo’, zegt een bezoeker tegen haar vriendin terwijl ze door de tentoonstelling Lothar Wolleh ziet Jan Schoonhoven slenteren. In dat ‘ofzo’ schuilt een licht ongenoegen. De kunst van Schoonhoven poogt emotieloos te zijn, maar is in het juiste licht zeker niet ‘expressieloos’. Het biedt uitkomst om door een andere lens te kijken naar zijn kunst. De fotograaf Lothar Wolleh krijgt dit voor elkaar.

Ontmoeting
De expositie begint met een aantal portretten gemaakt door Lothar Wolleh. Gelijk sta je oog in oog met een zelfverzekerde Jan Schoonhoven. Een horloge gemaakt door de twee heren springt als een van de weinige gebruiksvoorwerpen in de tentoonstelling in het oog. Achter glas, bevroren in de tijd, lijkt het de kiem te symboliseren van waaruit een artistiek avontuur aan het ontspruiten is. De strakke uitvoering vol rechthoekjes verwijst naar hun gezamenlijke fascinatie voor een specifieke kunststroming: de Zero-beweging. Sinds hun ontmoeting wandelen de twee mannen geregeld door Delft. Het ritme van de stad is dan ook terug te zien in de reliëfs van Schoonhoven die je in de tweede zaal tegemoet treden. De vroege reliëfs lijken onmiskenbaar op de dakjes van Delftse huisjes. De foto’s van Wolleh laten een andere kant zien van de stad. We zien de band die Schoonhoven heeft met Delft. In verstilde houdingen zien we hem lopen door steegjes en over pleinen. Er straalt een solitaire en vertrouwde sfeer uit de beelden.

De tijd nemen
Het valt op dat de foto’s van Wolleh een specifieke lichtinval hebben. Hij speelt met zwarte vlakken terwijl er een stille, haast poëtische sfeer heerst bij de gefotografeerde. De grote reliëfs van Schoonhoven lijken iets waar je in eerste instantie de tijd voor moet nemen. Pas na een aantal minuten kijken, raak je ontvankelijk voor de genuanceerde vormendans. De portretten van Schoonhoven die tussen de witte werken hangen maken je bewust van het feit dat deze reliëfs wel degelijk door een kunstenaar zijn gemaakt en niet uit een fabriek afkomstig zijn.

Nul-groep
Schoonhoven haalt vanaf eind jaren 50 steeds meer inspiratie uit de Zero-beweging. In Nederland richt hij daarom de Nul-groep op. Het huis waar hij met zijn vrouw Anita woont wordt het artistieke hart hiervan. Wolleh fotografeert de bijeenkomsten van de kunstenaars in het huis van het echtpaar. Het werk van Schoonhoven en de Nul-groep  streeft naar objectieve kunst. Dat betekent dat ze een tegenhanger willen zijn voor meer emotionele kunststromingen. Schoonhovens reliëfs en installaties worden groter en lijken ook steeds leger. Wollehs foto’s laten echter een rijk, emotioneel en intiem leven zien waaruit dit werk voortkomt. Er is een veelheid te zien aan mensen in het huis en de doorleefde uitdrukkingen van de Schoonhovens verklappen een artistiek nest rijk aan emotie. Al dit lijkt onderdeel te zijn geweest van het proces van de Nul-groep.

Steeds een ander licht
De band tussen de twee mannen lijkt in deze expositie meer op de voorgrond te treden dan de boodschap van het werk van Schoonhoven. Door de lens van Wolleh wordt de emotionele menselijke kant zichtbaar van Schoonhoven. De kant van initiator, kunstenaar, getrouwde man en vriend. Wolleh zet Schoonhoven letterlijk in een ander licht.

Lothar Wolleh ziet Jan Schoonhoven - Museum Prinsenhof Delft
Gezien in: Museum Prinsenhof, Delft
Nog te zien tot: zondag 07 januari 2024
Beoordeling: 4.5 sterren